Enkele weken geleden was het gedichtendag, een jaarlijks poëziefeest in school.
De kinderen van het 3de leerjaar hebben tijdens de computerles een zelfgekozen gedicht van Geert De Kockere ingesproken. Wil je eens echte dichters aan het werk horen? Luister dan maar snel naar het resultaat…
Oma komt
weer op bezoek,
op thee met koek.Jasje tasje,
ditje datje,
’k ben haar kleine
knuffelschatje…Geen gezeur,
gauw een stoel,
kopjes vullen
en nu smullen!
De zeppelin,
de zeppelin,
de zeppelin komt eraan,
de zachte zoete zeppelin,
trek alvast maar
je pyjama aan.Want de zeppelin,
de zeppelin,
de zachte zoete zeppelin,
die deelt zoenen uit.Zachte zoete zoenen
van de zachte zoete zeppelin,
elke avond voor het slapengaan.
Ai! riep Trijntje Konijntje,
ik heb hier een pijntje.
Een pijntje aan mijn pootje
van een sapperlierestrootje.
Een strootje in het gras
dat in mijn pootje
blijven steken was.Toen kreeg Trijntje Konijntje
van Lijntje Katrijntje
een lekker rozijntje
en weg was het pijntje…
Hondenpoep
op de stoep,
wat een troep!Springebenen,
hinkeltenen,
één
voor
één
op elke steen.Eén, twee,…
Bwáááák!
Dát is raak!
P. liep over
van verdriet.
Ik dweilde het op,
wrong het uit
en goot het weg.Afblijven!
riep P.
Afblijven!
Het is mijn verdriet!
Het zusje van het zesje
uit het derde rekenlesje
trouwde op papier
met een hele mooie vier.
Dat maakt samen tien,
wist de elf
helemaal zelf.Ochgot ochgot,
wie had dat gedacht…
zei een diepontroerde acht.
In een heel diep woud,
aan de rand een beetje oud,
vroeg een papa-gaai
een mama-gaai ten dans.Ze dansten met gemak
rondjes op hun dak.Tot een wandelende tak
daar per abuis,
op weg naar huis,
een stokje tussen stak…
Rijen rijen remmen,
kikkers op het pad,
twee zij-en
en twee hem-men.Haast je,
hup en spring,
daar komt een
rommel-bommel-boerending!Wiele wiele plet…
Plat plat,
de kikkers op het pad
zijn zo plat als wat.
Hokus Pokus Hans
vlocht liedjes tot een krans.
Hij hing hem rond z’n hals
en zong en zong en zong,
wat zong hij toch zo vals.
P. liep over
van verdriet.
Ik dweilde het op,
wrong het uit
en goot het weg.Afblijven!
riep P.
Afblijven!
Het is mijn verdriet!
Anneliesje was,
pas geboren,
pas gewassen,
een kind om in te bijten.
Het zal haar moeder
wel spijten
dat ze Anneliesje,
pas gewogen,
pas gemeten,
toen niet meteen
heeft opgegeten.
Aardje Averechts,
zo gezegd, zo gekocht,
deed alles wat niet mocht:springen op de zetels,
spugen op de vloer,
trekken aan de haren,
stampen als een boer.Op een dag
heeft z’n moeder
hem verkocht,
Aardje Averechts
en alles wat niet mocht.
Zit je met je geliefde
op het grasveldje
aan de voet van een flatgebouw,
dan kun je het hebben over
de vele deuren,
de raampjes en balkonnen,
het komen en het gaan,
het wassen en het strijken.
Of je kunt elkaar
lieflijk in de ogen kijken.
Vader pop en moeder pop
kregen zomaar op een dag
(hoe ze ’t deden, mag God weten)
een kindje pop,
Poppenmie geheten.Wiegen, wiegen,
deed de poppenma
haar Poppenmie,
terwijl de poppenpa
de poppenkleertjes
van ’t poppending
naast ’t poppenhuis
te drogen hing.
In de stad hangen
lichtjes boven straat.Van huis tot huis
branden lampjes,
ook al is daar
niemand thuis.En midden
op het plein
staat een kerstboom
groot te zijn.Hij knit en buigt
voor de winterwind
en aan zijn voet wacht
iemand op het kind.
In het dal
van de koeienstal
woont de grote moeial.
Hij komt zich moeien
met geiten en koeien,
met schapen en woeien.
Wat zeg je?
Dat woeien niet bestaan?
Moei je met je eigen zaken.
En nog iets:
doe je schoenen aan!
Anneliesje was,
pas geboren,
pas gewassen,
een kind om in te bijten.
Het zal haar moeder
wel spijten
dat ze Anneliesje,
pas gewogen,
pas gemeten,
toen niet meteen
heeft opgegeten.
Wist je dat
een huis kan praten?
Uit zijn kieren,
spleten of gaten.
Als je goed luistert,
hoor je dat het soms
wel eens fluistert.
Of het zucht en klaagt
of kreunt en kraakt
of piept en vraagt:
zie je mij nog graag?
Wil je mij dan eens
strelen vandaag?
P. liep over
van verdriet.
Ik dweilde het op,
wrong het uit
en goot het weg.Afblijven!
riep P.
Afblijven!
Het is mijn verdriet!